Mijn standpunt t.o.v. geïntegreerde werkweken in het algemeen.
De geïntegreerde werkweek is op vlak van werken aan sociale vaardigheden zeker en vast een meerwaarde. De leerlingen komen met elkaar in contact in een andere context dan de klascontext. Een formelere context, maar wel nog steeds een context waar het leren centraal staat. Deze ietwat andere spontane en lossere manier van omgaan met elkaar creëert op vlak van sociale vaardigheden veel leerkansen.
- De leerlingen moeten vaak in groep of per duo werken, waardoor ze bepaalde attitudes en vaardigheden verwerven:
De meerwaarde zit hier in het feit dat deze vaardigheden en attitudes geoefend en vervolmaakt worden in een ongedwongen en levensechte situatie. De leerkracht moet er niet zoals in de schoolse of klascontext enkele coöperatieve werkvormen gaan bijhalen. Geen opgelegde opdrachten, oefeningen en taken om aan deze doelen te werken. Alles op een spontane, ongeforceerde en gemoedelijke manier in een betekenisvolle context.
Tijdens een geïntegreerde werkweek worden kinderen maximaal in contact gebracht met verschillende biotopen en levensgemeenschappen. In dit geval de zee. Dit is dan ook terecht een krachtige leeromgeving. Kinderen zien de leerstof tot werkelijkheid komen. De geziene leerinhouden worden toegepast in een (andere=transfer) situatie, dan louter in de klas. De kinderen leren door deze werkelijkheid te zien, proeven, ruiken, voelen en horen. Kinderen hun nieuwsgierigheid wordt geprikkeld door deze krachtige leeromgeving, ze zullen spontaan willen leren en ontdekken. Enkele uiterst belangrijke didactische basisprincipes komen tijdens een goed georganiseerde geïntegreerde werkweek ook aan bod, waardoor de leerinhouden vlugger beklijven.
- Het motivatieprincipe: Een onbekende omgeving vol nieuwe prikkels. Het horen van de golven. Ze ervaren ongelofelijk veel dingen waar ze in hun dagelijks leven zelden of nooit mee te maken krijgen. En deze zaken zullen ze door de grondige voorbereidingen van de leerkrachten ook ten volle ervaren. Door de leergierigheid van de kinderen naar wat ze zien en wat er zich allemaal afspeelt in deze nieuwe omgeving zal het leren eigenlijk zo goed als bijna vanzelf gaan.
-Het aanschouwelijkheidsprincipe: Het is zo veel fijner om de zaken waarover geleerd wordt in klas ook in het écht te kunnen ervaren.
De zijwaartse loopbeweging van de zandkrab zullen de kinderen zeker nooit meer vergeten wanneer ze die krab effectief hebben achternagerend om ze te kunnen te vangen. Het maken van ‘de platte knoop’ zal hen niet vreemd zijn, want deze hebben de leerlingen als echte cadetten op het zeilschip ‘de Mercator’ ingeoefend.
Allereerst is het veel leuker om deze dingen écht te ervaren en daarbij zal de leerinhoud veel langer beklijven dan wanneer dit in de klas op foto's of video's bekeken wordt.
- Het activiteitsprincipe: De lesactiviteiten zijn vaak uitdagender en boeiender dan in de klas waardoor de leerlingen uit zichzelf al actiever gaan meewerken. Daarbij moeten de leerlingen ook zeer veel doen, ze zijn actief bezig.
Ook de relatie tussen leerkracht en leerling wordt tijdens een GiWW versterkt. De leerkracht zal in deze periode ook andere taken moeten op zich nemen dan deze in een gewone klascontext. Dit kan het verdere verloop tussen leerkracht en leerlingen in de klas alleen maar ten goede komen.
Een nadeel van een geïntegreerde werkweek vind ik persoonlijk de kostprijs. Het is een feit dat het voor sommige ouders een erg grote inspanning vraagt om dit te kunnen betalen. Veel scholen zijn zich hier gelukkig van bewust. Deze scholen treffen dan ook bepaalde regelingen hieromtrent. Zo werken scholen spaarplannen uit, waardoor de ouders het bedrag niet in een keer moeten betalen, maar in verschillende schijven. Door deze regeling te treffen, wordt het voor ouders makkelijker grote bedragen te kunnen betalen over verschillende jaren. Een openluchtklas organiseren vergt heel veel organisatievermogen en verantwoordelijkheid van een leerkracht. Hij of zij moet er voor zorgen dat alles tot in de puntjes geregeld is. Ook moet er met iedereen (leerlingen, ouders, directie, externen) gecommuniceerd worden om alles voor de openluchtklas in orde te maken. Dit kan als een nadeel gezien worden. Alhoewel ik dit persoonlijk iets vanzelfsprekend vind. Iets dat elke leerkracht goed moet kunnen of in kan oefenen. Het belang van leerkracht als organisator komt hier sterk naar voor. Een bepalende factor voor het plezierige verloop van een openluchtklas is het weer. Er zijn meestal heel veel buitenactiviteiten voorzien waarbij de leerlingen kunnen waarnemen, ontdekken en observeren. Het weer kan deze buitenactiviteiten echter in het water doen vallen.
Persoonlijk denk ik dat deze nadelen niet opwegen tegen de vele voordelen van een geïntegreerde werkweek. De ervaringen die de kinderen daar opdoen zijn uniek en waardevol. Deze zijn nooit te bereiken in de gewone klaspraktijk. Voor mij is de geïntegreerde werkweek een zeer zinvolle aanvulling op de klaspraktijk.
- De leerlingen moeten vaak in groep of per duo werken, waardoor ze bepaalde attitudes en vaardigheden verwerven:
- Leren hulp vragen en bieden.
- Zorg dragen voor zichzelf en een ander.
- Door samenwerking in groep open staan voor de mening en kritiek van anderen en hier gepast op reageren. Wederzijds respect door wederzijds begrip voor de inbreng van één ieder.
- Langs de andere kant leren ze ook in bepaalde situaties assertief op te treden.
- Leren omgaan met verantwoordelijkheden. Samen werken aan een gemeenschappelijk doel en de verantwoordelijkheid dragen de groepsopdrachten tot een goed einde te brengen.
- Sociale conventies toepassen in een reële en niet-schoolse context. Waarden als beleefdheid, behulpzaamheid, respect,…
- …
De meerwaarde zit hier in het feit dat deze vaardigheden en attitudes geoefend en vervolmaakt worden in een ongedwongen en levensechte situatie. De leerkracht moet er niet zoals in de schoolse of klascontext enkele coöperatieve werkvormen gaan bijhalen. Geen opgelegde opdrachten, oefeningen en taken om aan deze doelen te werken. Alles op een spontane, ongeforceerde en gemoedelijke manier in een betekenisvolle context.
Tijdens een geïntegreerde werkweek worden kinderen maximaal in contact gebracht met verschillende biotopen en levensgemeenschappen. In dit geval de zee. Dit is dan ook terecht een krachtige leeromgeving. Kinderen zien de leerstof tot werkelijkheid komen. De geziene leerinhouden worden toegepast in een (andere=transfer) situatie, dan louter in de klas. De kinderen leren door deze werkelijkheid te zien, proeven, ruiken, voelen en horen. Kinderen hun nieuwsgierigheid wordt geprikkeld door deze krachtige leeromgeving, ze zullen spontaan willen leren en ontdekken. Enkele uiterst belangrijke didactische basisprincipes komen tijdens een goed georganiseerde geïntegreerde werkweek ook aan bod, waardoor de leerinhouden vlugger beklijven.
- Het motivatieprincipe: Een onbekende omgeving vol nieuwe prikkels. Het horen van de golven. Ze ervaren ongelofelijk veel dingen waar ze in hun dagelijks leven zelden of nooit mee te maken krijgen. En deze zaken zullen ze door de grondige voorbereidingen van de leerkrachten ook ten volle ervaren. Door de leergierigheid van de kinderen naar wat ze zien en wat er zich allemaal afspeelt in deze nieuwe omgeving zal het leren eigenlijk zo goed als bijna vanzelf gaan.
-Het aanschouwelijkheidsprincipe: Het is zo veel fijner om de zaken waarover geleerd wordt in klas ook in het écht te kunnen ervaren.
De zijwaartse loopbeweging van de zandkrab zullen de kinderen zeker nooit meer vergeten wanneer ze die krab effectief hebben achternagerend om ze te kunnen te vangen. Het maken van ‘de platte knoop’ zal hen niet vreemd zijn, want deze hebben de leerlingen als echte cadetten op het zeilschip ‘de Mercator’ ingeoefend.
Allereerst is het veel leuker om deze dingen écht te ervaren en daarbij zal de leerinhoud veel langer beklijven dan wanneer dit in de klas op foto's of video's bekeken wordt.
- Het activiteitsprincipe: De lesactiviteiten zijn vaak uitdagender en boeiender dan in de klas waardoor de leerlingen uit zichzelf al actiever gaan meewerken. Daarbij moeten de leerlingen ook zeer veel doen, ze zijn actief bezig.
Ook de relatie tussen leerkracht en leerling wordt tijdens een GiWW versterkt. De leerkracht zal in deze periode ook andere taken moeten op zich nemen dan deze in een gewone klascontext. Dit kan het verdere verloop tussen leerkracht en leerlingen in de klas alleen maar ten goede komen.
Een nadeel van een geïntegreerde werkweek vind ik persoonlijk de kostprijs. Het is een feit dat het voor sommige ouders een erg grote inspanning vraagt om dit te kunnen betalen. Veel scholen zijn zich hier gelukkig van bewust. Deze scholen treffen dan ook bepaalde regelingen hieromtrent. Zo werken scholen spaarplannen uit, waardoor de ouders het bedrag niet in een keer moeten betalen, maar in verschillende schijven. Door deze regeling te treffen, wordt het voor ouders makkelijker grote bedragen te kunnen betalen over verschillende jaren. Een openluchtklas organiseren vergt heel veel organisatievermogen en verantwoordelijkheid van een leerkracht. Hij of zij moet er voor zorgen dat alles tot in de puntjes geregeld is. Ook moet er met iedereen (leerlingen, ouders, directie, externen) gecommuniceerd worden om alles voor de openluchtklas in orde te maken. Dit kan als een nadeel gezien worden. Alhoewel ik dit persoonlijk iets vanzelfsprekend vind. Iets dat elke leerkracht goed moet kunnen of in kan oefenen. Het belang van leerkracht als organisator komt hier sterk naar voor. Een bepalende factor voor het plezierige verloop van een openluchtklas is het weer. Er zijn meestal heel veel buitenactiviteiten voorzien waarbij de leerlingen kunnen waarnemen, ontdekken en observeren. Het weer kan deze buitenactiviteiten echter in het water doen vallen.
Persoonlijk denk ik dat deze nadelen niet opwegen tegen de vele voordelen van een geïntegreerde werkweek. De ervaringen die de kinderen daar opdoen zijn uniek en waardevol. Deze zijn nooit te bereiken in de gewone klaspraktijk. Voor mij is de geïntegreerde werkweek een zeer zinvolle aanvulling op de klaspraktijk.